Renata I
'Ik wil alles'
Ik ben. Ik ben bewaker bij een
asielzoekerscentrum. Dat is nodig, ja. Geen opleiding. In de
schoolbanken zitten is niets voor mij. Heb het vooral aan mijn
postuur te danken.
De vader van dat kindje. Dat meisje.
Hoe heet ze?
Ik heb hem gezien, die avond. Ik weet
dat nog, want ik had die avond knallende ruzie gehad met mijn
vriendin. We konden het niet eens uitpraten, want ik had dienst die
avond.
Ik had een pesthumeur, dat mag je best
weten.
En dan komt er weer zo'n hyperactief
ventje, die geen woord Nederlands spreekt, aangelopen. Helemaal
hijgen. Schreeuwen. Ik denk: doe rustig man.
Weet je wat ik niet begrijp? Dat zo
iemand geen woord Nederlands kan. Geen woord! Wat doe je dan hier?
Vraag ik mij af. Vraag ik mij al die drie jaar lang af dat ik dit
werk doe. Je wilt in Nederland wonen maar het is je teveel moeite om
de taal te leren.
Zoiets, denk ik.
Nee, natuurlijk heb ik die man niet
geholpen. Ik zat met mijn hoofd bij die ruzie. Het is ook mijn werk
niet, om zo iemand te helpen. Trouwens, ik kan toch niet altijd
iedereen lopen helpen? Als ik dat doe blijft er voor mezelf niets
over. En ik heb al zo weinig. Is niet veel hoor, dat loon van een
bewaker. Ik kan twee keer per jaar op vakantie, dat wel.
Maar je hebt niet alles. Je kunt niet
alles kopen wat je wil he? En ik wil alles gewoon kunnen kopen, snap
je? Zonder te hoeven denken of je het wel kan betalen.
Mijn mening: Hoe meer asielzoekers er
hier komen, hoe meer belasting ik moet betalen. En ik betaal mij al
blauw. Letterlijk en figuurlijk, haha!
Of hij in paniek was? Weet ik niet. Het
zal wel. Ja, nu ik er goed over nadenk: hij was in paniek.
Nou, en? Ik ben ook weleens in paniek.
Laatst nog, ik zal je de details besparen. Maar ik kan je vertellen,
het is niet leuk hoor, een uur lang niet weten waar je vriendin
uithangt. Ik kneep hem wel toen. En dat zeg ik niet snel!
Ja, het kan best zijn dat die vader van
dat meisje uren heeft lopen bellen met 112. Hoe moet ik dat weten? Ik
ken die man niet. Tenminste, niet persoonlijk. Heb hem weleens
gezien.
Je moet weten, ik ergerde mij dood aan
hem die avond. Die ogen vol vuur, helemaal in paniek. Niet normaal.
En hij liep maar te gebaren en roepen dat ik de ambulance moest
bellen. Ik dacht: het zal wel. Niet mijn pakkie-an. Ik ben hier om te
bewaken, ik ben geen maatschappelijk werker. Ik ben daar niet voor
opgeleid he.
Ja, ja, helpen. Natuurlijk had ik die
man kunnen helpen door 112 voor hem te bellen. Want ze verstonden hem
niet he? Ik kon mijn lachen bijna niet inhouden. Die man liep maar te
gebaren en te schreeuwen, helemaal in paniek. Gewoon live
entertainment was het. Prachtig!
Meeleven? Ja, ik kan niet met iedereen
meeleven he. Krijg ik hoofdpijn van. Als je met iedereen altijd maar
moet meelven, dan heb je geen leven meer. Geloof mij maar.
Ik heb gewoon mijn dienst uitgezeten
die avond, zoals ik altijd doe, eigenlijk. Ja, het is lullig voor die
man dat hij zijn dochter is verloren. Maar wat kan ik eraan doen? Ik
kan toch niet altijd met iedereen zijn sores bezig zijn? Dan heb je
geen leven meer.
Nee, ik vind dat ik het goed gedaan heb
die avond. Er waren geen calamiteiten, en dus heb ik niets gemeld. Zo
hoort dat.
Om 23:30u werd mijn dienst afgelost en
kon ik weer lekker naar mijn vrouwtje toe.
We hebben het gelijk goedgemaakt met
een potje, harde stomende seks. Keihard genieten! Ja, dat was nog
eens een mooie afsluiting van een enerverend avondje!
© Jiska de Vries 2015