vrijdag 16 oktober 2015

Daarnet
In de tweedehandswinkel

De winkelbediende en een klant zijn met elkaar in gesprek.

'Maar denk je dat hij deze leuk vindt?' vraagt de klant.

'Ik weet het niet. Ik denk van wel hoor'.

'Of zou die een andere toch leuker vinden?'

'Welke andere?'

'Nou, deze bijvoorbeeld'.

Klant laat een ander exemplaar zien van een knuffel.

'Misschien. Je weet het niet he.'

'Of deze?'.

Klant houdt weer een ander exemplaar omhoog.

'Tja, zou kunnen. Je weet het niet. Honden kunnen niet praten helaas'.

'Nou, ik denk dat ik deze neem'.

Klant loopt richting kassa.

'Of zou hij toch dat konijn leuker vinden?'

'Je weet het niet he. Het is een hond, en honden kunnen niet praten. Helaas'.

De klant rekent af.

'Denk je dat hij een beertje leuker vindt dan een konijn?'

'Dat denk ik wel, want ik ken jouw hond'.

'Oh ja.'

'Honden houden van knuffels, dat vinden ze leuk'.

'Ja, denk je?'

'Ja, honden houden van knuffels'.

De klant doet de knuffel in haar tas.

'Nou, tot ziens he!'

'Ja, tot ziens!'

zondag 11 oktober 2015

Eergister
11:38u

E. en ik zitten aan de ontbijttafel.
We zitten beiden in gedachten.

'Jiska' zegt E. plots vragend.

'Ja?' stel ik een wedervraag.

'Dit boek bevat heel veel Ahriman', zegt E.
Ze wijst naar een boek in mijn boekenkast genaamd 'De singulariteit is nabij' van Uitgeverij De Wereld.

Terwijl ik naar het boek kijk, welt er bij mij gelijk een schuldgevoel op.
Ik ben ooit in het boek begonnen maar vanwege de verleidelijke lokroep van andere boeken aan iets anders begonnen. Zonder het uit te lezen.

'Oh?' vraag ik wederom.

'Ja, ik heb net stukjes eruit zitten te lezen en ik las heel veel Ahriman'.

'Oh.' Zeg ik.
'En hoe merkte je dat dan?

Of: wie is Ahriman eigenlijk?'

'Nou...' antwoord E.
'Ahriman personficeert volgens de antroposofie de...ja....materialistische krachten, weet je.
De krachten die maken dat alles altijd beredeneerd moet worden, dat vréselijke, vréselijke rendementsdenken van deze tijd, weet je wel'.

Ik knik begrijpend.

'Misschien is dat de reden waarom ik het niet verder heb gelezen' opper ik.

'Zou kunnen', antwoord E.

'Dat ik die weerstand voelde ofzo' mijmer ik verder.

Ondertussen geloof ik nauwelijks iets van mijn eigen woorden.

vrijdag 9 oktober 2015

Eergister
11:33u

E. en ik zitten aan mijn gammele, ronde ontbijttafel die ik een halfjaar geleden gratis kon afhalen via een advertentie in een Facebookgroep.
We luisteren naar het nieuws op de radio.

'Klote VVD!' roept E. plotseling uit.

Ik kijk verschikt op van mijn broodje met jonge kaas.

'Ja, ik wilde eigenlijk iets anders zeggen' verklaart E.

'Oh?' antwoord ik.
'Wat dan?'

'Iets met ...' antwoord zij.
Ik kijk haar verwachtingsvol aan.

'...de ziekte K.'